PROPAGEER HUGO MATTHYSEN HIER 'MET RECHT' EN REDE : SUPERLATIEF: "DE FENOMENAALSTE"
(BALSEM VOOR DE ZIEL MET WONDJES).
👁️😳😊👏 🙏
Allerheiligen.
HUMO SPRAK MET DE POORTWACHTER VAN HET HIERNAMAALS: 'DAT LICHT AAN HET EINDE VAN DE TUNNEL: DAT BEN IK.'
De dood wordt weleens voorgesteld als een geraamte met een zeis, of als een marmeren engel die de stervende een koude kus op de lippen komt drukken. Dat soort taferelen doet het misschien goed in de tienerkamers van meisjes die graag gothic willen zijn, en een uitgebluste metalband kan er desnoods zijn act nog wat mee opfleuren. Maar met de realiteit van het menselijk het-hoekje-om-gaan heeft het niets te maken. De dood is teamwork. Hoeveel Belgen precies met de dood bezig zijn valt moeilijk te achterhalen, maar het moeten er honderdduizenden zijn: artsen, verplegend personeel, brandweerlieden, bloemisten (zeker in deze tijd van het jaar), wapenhandelaars, overmoedige automobilisten, begrafenisondernemers, en natuurlijk de stervenden zelf.
Hugo matthysen, donderdag 29 oktober 2020.
En dat zijn alleen nog maar degenen die aan deze kant van het graf werkzaam zijn. Ook aan de andere kant van het graf staan bekwame teams paraat. Aan de overkant van Styx is men doorgaans discreet over zijn of haar bezigheden, maar wij vonden een jonge vrouw die over haar werk wou praten.
HUMO Hoe bent u bij de dood terechtgekomen?
ULRIKE GOESMANS (27) «Van jongs af aan wou ik actrice worden. Na mijn humaniora heb ik meegedaan aan de toelatingsproef voor de toneelschool, maar dat is niks geworden. Nu wilde het toeval dat één van de juryleden connecties had in de branche waarin ik nu zit, en hij heeft mij met de juiste personen in contact gebracht.»
HUMO Wat hebben de dood en het theater met elkaar te maken?
GOESMANS «Dat je een rol moet spelen.»
HUMO En wat is uw rol precies?
GOESMANS «Mensen met een bijnadoodervaring zien vaak een tunnel van licht. Wel, als ze mij aan het eind van die tunnel zien, dan zijn ze niet bijna maar helemaal dood. Ik sta daar wat met een lamp te zwaaien: dat is het signaal dat ze de pijp uit zijn.»
HUMO Waarom staat u daar?
GOESMANS «Om de overgang naar de andere kant wat verteerbaarder te maken. Er een beetje show bij te verkopen: wat lichteffecten, een beetje muziek. ‘Surfing on a Rocket’ van Air voor jonge mensen, Vangelis voor de ouderen. De meeste mensen vinden doodgaan niet prettig, en wij moeten de pil een beetje vergulden. Ik glimlach sereen naar de nieuwoverledenen om ze op hun gemak te stellen, ik wijs hen vriendelijk de weg naar de volgende halte. Het is een fijne job, maar soms is het moeilijk om niet in lachen uit te barsten.»
HUMO Is de dood dan iets om mee te lachen?
GOESMANS «Zeker niet, maar veel mensen mompelen ‘het is dus wáár!’ als ze in die tunnel komen. Nu moet u weten dat wij onze kledij aanpassen aan het cliënteel. Als een brave katholiek de pijp uitgaat, sta ik daar als Onze-Lieve-Vrouwke, is het een hevige Beerschotfan, dan wuif ik met een paarswitte sjaal en zing ik ‘weg met Standard en Club Brugge kapot, geft ons den titel en wij weurre zot!’ Om zoveel verschillende rollen te spelen heb je toch wel wat acteertalent nodig. Voor atheïsten draag ik dan weer een sober mantelpakje, met een schouderlint waarop staat geborduurd: ‘God is dood – U trouwens ook’. Als zo’n atheïst dat leest en je met zo’n blik van ziejewel! aankijkt, dan is het op je tanden bijten om het niet uit te gieren. Omdat je weet dat die man of vrouw twee minuten later het hiernamaals zal binnentreden.»
HUMO Hoe moeten wij ons het hiernamaals voorstellen?
GOESMANS «Dat is beroepsgeheim. Ik wil daar maar één ding over kwijt: aartsbisschop Léonard is voor sommigen misschien niet zo’n prettige figuur, maar hij zit veel dichter bij de waarheid dan pakweg Etienne Vermeersch. Nu zult u zeggen: oei, dat moet een schok zijn voor die atheïsten! Maar dat valt reuze mee. De mens is immers een wezen dat zichzelf uitstekend kan bedriegen. Veel goddelozen weigeren botweg te aanvaarden wat ze met hun eigen ogen kunnen zien, zeker wanneer ze het loodje hebben gelegd. Er zijn er die na tweehonderd jaar nog altijd beweren dat het alleen maar hallucinaties zijn, maar die tegelijk wél luid reclameren als bijvoorbeeld de soep te flauw is. Het is een vaste grap om hen dan toe te roepen: hallucineer er dan wat meer zout in!»
Beetje eentonig
HUMO Kent de dood seizoenen?
GOESMANS «Ja, het is ieder jaar hetzelfde. Hartje winter en topje zomer komen er wat meer hoogbejaarden langs, in het eerste zonnige lenteweekend kwakken de vrijetijdsmotards tegen het asfalt, met het vallen van de bladeren worden de wanhopigen nog wat wanhopiger. Dat maakt het soms wel een beetje eentonig.»
HUMO Bent u dan blij als er een grote ramp gebeurt?
GOESMANS «Neen! Arbeidsvreugde wordt in ons vak als buitengewoon onprofessioneel beschouwd. Maar af en toe wordt de eentonigheid onverwacht doorbroken, en dat is altijd wel fijn. Neem nu vorige week: toen hadden we twaalf kaakslagflaminganten op één avond.»
HUMO Welke avond was dat?
GOESMANS «Dat was toen Bart De Wever een halve ‘Terzake’ lang zeurde dat de Franstaligen zijn nota in zijn gezicht hadden teruggeslingerd. Een wat oudere kaakslagflamingant met hartproblemen overleeft zoiets niet altijd. Bart De Wever zou toch wat beter op zijn woorden moeten letten, vind ik. Het zijn tenslotte zijn eigen kiezers. Maar eind goed al goed: die kaakslagflaminganten vinden elkaar in het hiernamaals, en die hebben het gezellig met elkaar. Ze kunnen nog jarenlang ruziemaken over wat nu de ergste kaakslag was: Happart, Milquet, de repressie na WO II, die drie smerige burgemeesters uit de rand, of het feit dat die nota van De Wever niet op dankbare Waalse tranen werd onthaald.»
HUMO Een technisch vraagje: verlaat de ziel onmiddellijk het lichaam, of gebeurt dat pas na de begrafenis?
GOESMANS «Dat is een beetje ingewikkeld. Onmiddellijk na de dood betreedt de overledene de tunnel van licht, maar dat doen wij vooral voor degenen die het toch nog redden, degenen die worden gereanimeerd en zo. Ze hebben dan achteraf iets te vertellen, en ze zitten niet met het gevoel dat die schijndode toestand puur tijdverlies was. De doorsneedoden worden tegenwoordig bewusteloos gehouden tot na de teraardebestelling, dat is beter voor hun humeur. We hebben gemerkt dat bijna niemand tevreden is over zijn begrafenis: er was te weinig volk, de toespraken waren saai, er stonden fouten in de doodsbrief, in plaats van een stemmig kamerensemble in te huren werd er een cd’tje van Clouseau gedraaid om de kosten te drukken, de kersverse weduwe zat halfweg de koffietafel al te lachen met de grappen van een net gescheiden kennis, enzovoort. Wij willen onze overledenen die teleurstelling besparen. Het is toch beter dat ze opgewekt het eeuwige leven betreden, of niet? De koude douche krijgen ze sowieso.»
HUMO Hoezo sowieso?
GOESMANS «Och, in het begin wil elke overledene weten hoe het met zijn nabestaanden gaat. De eerste maanden geeft dat een goed gevoel: er wordt nog getreurd om mama of papa, het graf wordt regelmatig bezocht, er worden traantjes weggepinkt en herdenkingen georganiseerd. Maar dat verandert snel, hoor. Kinderen die ruziemaken over de erfenis, dat komt heel vaak voor. En welke ouder wil daar machteloos naar zitten staren, denk je? Nabestaanden denken weleens: ‘Wat jammer dat de afgestorvene dit of dat niet meer kan zien.’ Ik zeg u: de afgestorvene wil dit helemaal niet zien. En dat ook niet.»
HUMO Bent u zelf dood?
GOESMANS «Nee. Zie ik er soms zo uit?»
HUMO Dat niet, maar u moet toch de grens van leven en dood oversteken om naar uw werk te gaan?
GOESMANS «Dat klopt, ja. Wij sterven om aan ons werk te kunnen beginnen, en aan het einde van de shift verrijzen wij. Dat staat zo in de CAO.»
HUMO Jullie werken dus in ploegen?
GOESMANS «In een drieploegenstelsel, ja. Mijn collega’s en ik zouden ook gewoon van negen tot vijf kunnen werken, maar dan zou het niet lang duren eer de levenden in de gaten krijgen dat ze buiten de kantooruren onsterfelijk zijn. En dan maak je natuurlijk binnen de kortste keren de gekste dingen mee.»
HUMO Tot slot: hebt u nog een goeie raad voor mensen die hun stervensuur voelen naderen?
GOESMANS «Och, laat het gewoon komen zoals het komt. Misschien één klein adviesje: probeer die eerste dagen in het hiernamaals niet te scoren met opmerkingen als ‘ik verveel me hier dood’, ‘het is om je kapot te lachen’ enzovoort, want je bent echt niet de eerste die daarmee afkomt. Het enige wat je bereikt is dat je medeoverledenen zich dood zullen ergeren.»